zondag 21 oktober 2012

Lamlendigheid troef

Hoewel ik volledig kan beredeneren hoe ik in deze situatie terecht ben gekomen, valt het niet mee om te bedenken hoe ik er weer uitkom.
Toen in 2011 met terugwerkende kracht ontdekt werd dat ik chronisch ziek ben door vitamineB12-tekort, was ik vooral opgelucht. Het zat niet tussen mijn oren, ik hoefde "alleen maar" te leren wat mijn lichaam wel en niet aankon en dan zou alles goed komen. Vervolgens bleek dat mijn lichaam niet veel meer aankon en zat er niet heel veel anders op dan alle niet noodzakelijke activiteiten te stoppen. Mijn dagen bestonden uit revalidatietraining, de hoogstnoodzakelijke dingen in huis en verder op de bank hangen en slapen. Niet echt inspirerend maar wel noodzakelijk.

Nadat de revalidatietraining stopte, ging mijn tijd zitten in de voorbereidingen van mijn tocht naar Rome. Alle energie die niet opging aan de noodzakelijke huiselijke klussen, werd gestopt in wandelen, routeplanning, uitrusting bij elkaar zoeken en dergelijke. Eventuele laatste activiteiten en abonnementen die nog aanwezig waren, werden stop gezet. Het voordeel was dat ik daardoor zonder enige verplichting aan mijn tocht ging beginnen. En toen leek het ook een voordeel dat ik bij terugkomst mijn leven weer volledig opnieuw vorm kon geven. Nu ik terug ben, is dat laatste voordeel toch niet zo leuk als ik bij vertrek dacht.

Ik vind het nog steeds super dat ik mijn leven weer volledig zelf kan invullen. Alle overbodige ballast, wat je vaak uit gewoonte doet of omdat je mensen niet wilt teleurstellen, heb ik mijn leven uitgewerkt. Waar ik mij enorm op verkeken heb is de tijd en moeite die het kost om weer iets nieuws op te bouwen.
Met uitzondering van 3x per week naar de sportschool en mijn aandeel in de huishoudelijke taken, is er geen enkele noodzaak om mijn huis te verlaten en dan is een dorp van 600 inwoners zonder enige voorziening een gat waarin ik mij begraven voel. En dat komt de sfeer in huis niet echt ten goede.
Mijn vrienden zijn heel aardig maar het gaat tever om daar elke week op de stoep te staan om een praatje te maken. Bovendien hebben zij in hun leven hun dagelijkse/wekelijkse bezigheden, dus ze zullen ook niet staan te springen als ik elke week op de stoep zou staan (hoewel ze het voor een maand vast wel goed zouden vinden).
Breien kan ik, vanwege carpaletunnelsynroom, niet de hele dag doen. Het feit dat er iets tastbaars uit mijn handen komt zal wel bijdragen aan mijn gevoel van tevredenheid maar met een half uur breien en daarna minstens een uur wat anders doen schiet het niet echt op.

Kortom, ik moet wat om handen hebben. Het liefst iets waarvoor ik de deur uitmoet. Ik ben druk bezig met een loopbaantraject met als eerste doel het vinden van een stage/werkervaringsplek met ingang van januari 2013. Ik kan op dit moment nog niet overzien hoeveel tijd ik daarvoor per week kwijt ben maar ik denk wel dat er ruimte is voor een klein vrijwilligersbaantje. Het is echter
zo dat ze bij het meeste vrijwilligerswerk voor langere tijd op je rekenen. Ik heb al ontdekt dat een beschikbaarheid van 2,5 maand niet als positief wordt ervaren.
Het zou heel fijn zijn als er een project zou zijn van 2 maanden waar ik mij een paar ochtenden mee bezig zou kunnen houden. Maar dat blijkt helaas niet te bestaan.

Nu zit ik mij thuis te vervelen en daar word ik heel erg moe van. Ik wil graag de deur uit en van alles gaan doen, maar weet ook dat het hooguit voor 2,5 maand zal zijn waardoor de mogelijkheden enorm beperkt lijken.
Uiteindelijk zal het wel weer op zijn pootjes terecht komen. Ik hoop alleen dat het niet heel lang zal gaan duren, want wel willen en niet kunnen is geen prettig gevoel.


1 opmerking:

  1. Het lijkt wel of er na je voetreis een omwenteling heeft plaatsgevonden. Alsof je aan de wereld hebt kunnen ruiken en nu naar meer snakt. Je verhalen van de laatste tijd voelen voor mij heel anders aan dan de verhalen van voor de tocht.

    BeantwoordenVerwijderen