woensdag 2 maart 2011

Hebbes

Soms wrijf ik met mijn handen over mijn gezicht en dan voel ik het. Een beginnend stug haartje. Hoe het kan weet ik niet, want ieder mens heeft haren op zijn gezicht, maar sommige haren zijn harder, dikker, stugger en donkerder dan de rest. Op het moment dat je ze voelt, zijn ze vaak nog te kort om makkelijk met een pincet eruit te trekken, of om ze überhaupt in de spiegel te kunnen zien.
Vanaf dat moment begint het grote friemelen. Je weet dat het haartje er zit, je voelt hem bijna zitten en dan kun je haast niet anders dan constant voelen of hij groeit en waar hij dan precies zit. Voor de spiegel doe ik dan een verwoede poging om het haartje te verwijderen. Ik bestudeer minitieus mij gezicht en zodra ik denk dat ik hem gevonden heb, trek ik mijn huid strak en dan is het haartje ineens weer onzichtbaar geworden.
Ik wil mij natuurlijk niet laten kennen en pak desondanks toch mijn pincet en doe een verwoede poging om het haartje te pakken te krijgen. Als het tegenzit (en dat is vaak het geval, maar dat kan ook aan mij liggen) zit ik er regelmatig naast en heb ik daarna een huid vol met rode plekjes, al dan niet bloedend. Het nadeel van bloedende plekjes, is dat er dan een korstje ontstaat waardoor je het haartje nog minder makkelijk kunt vinden. En hoogst irritant: je weet dat dat stomme haartje er nog steeds zit.
Maar vandaag had ik geluk. Deze keer was het haartje mij niet de baas en zijn broertje kreeg ik ook te pakken. Ik had eerlijk gezegd ook niet veel keuze. Ik kan tijdens de crematie niet de hele tijd aan mijn gezicht zitten te friemelen vanwege stomme haartjes.
Nu nog een manier ontdekken om te voorkomen dat ze mij weer het leven zuur maken.

PS: dank jullie wel voor het medeleven.

2 opmerkingen: